Welke problematiek bij kinderen?

Basalt onderzoekt en behandelt kinderen die door ziekte (ontstaan bij de geboorte of op latere leeftijd) moeite hebben met bijvoorbeeld lopen, eten, contact maken en leren. Soms is de oorzaak van de problemen nog niet duidelijk en in andere gevallen al wel (de diagnose is dan bekend). Hier leest u meer over de verschillende soorten problemen die kinderen kunnen hebben en vertellen wij in het kort wat Basalt hierin kan betekenen.

  • Een kind dat een achterstand heeft in de motorische ontwikkeling beweegt minder makkelijk dan leeftijdsgenootjes. Bij elke leeftijd horen bepaalde motorische vaardigheden die een kind moet leren. Wanneer dat niet lukt, kan een kind gefrustreerd raken of niet goed meedoen tijdens het spelen of in de klas.

    Bij een achterstand in de grove motoriek (grove bewegingen) heeft een kind moeite met grote bewegingen met de romp, armen of benen, die nodig zijn om bijvoorbeeld te rollen, kruipen, staan, zitten, lopen of fietsen. Als een kind ouder wordt, leert het steeds fijnere bewegingen met zijn handen en vingers te maken. Deze fijne motoriek heeft het kind bijvoorbeeld nodig om zich aan te kleden en om te knippen, tekenen en schrijven. Voor de controle over de fijne motoriek is een goede samenwerking tussen ogen en handen (oog-handcoördinatie) belangrijk.

    Een motorische ontwikkelingsachterstand kan in de eerste lijn of tweede lijn (revalidatiecentrum) behandeld worden. Behandeling in de tweede lijn vindt plaats wanneer de hulpvraag te complex wordt of samenhangt met andere ontwikkelingsgebieden. Uw kind krijgt dan een indicatie voor revalidatie.

    Een kind dat minder kan bewegen, leert tijdens de revalidatiebehandeling omgaan met zijn beperkingen (de dingen die hij/zij minder goed kan) en hoe hij/zij binnen deze beperkte mogelijkheden zo goed mogelijk kan bewegen. Dit gebeurt 1 op 1 (niet in een groep), onder begeleiding van bijvoorbeeld een fysiotherapeut of ergotherapeut. Samen met hen werken u en uw kind bijvoorbeeld aan het beter zitten, lopen, fietsen, knutselen, (andere) voorschoolse vaardigheden en prikkelverwerking. Ook kijken we hoe uw kind ondersteund kan worden bij activiteiten in het dagelijks leven zoals aankleden en wassen. Welke hulpmiddelen kunnen uw kind daarbij ondersteunen? En hoe kunnen wij uw kind leren zijn of haar mogelijkheden zo goed mogelijk te gebruiken?

  • Elk kind wil dingen kunnen zeggen, kunnen laten zien en laten merken. Maar door een achterstand in de ontwikkeling is dit voor sommige kinderen lastig.

    Soms heeft een kind problemen met het doen van spraakbewegingen waardoor de spraakklanken niet goed klinken. Dit noemen we een spraakstoornis. Een kind kan dan gaan slissen of lispelen, vervangt de klank voor een andere klank of slaat de klank helemaal over. Problemen met het doen van spreekbewegingen kunnen een gevolg zijn van problemen met het spraakorgaan (adembeheersing, stembanden, gehemelte, tong en lippen) of het gevolg van een motorische achterstand.

    Bij andere kinderen ligt de uitdaging bij het ontwikkelen van de taal. Zij beginnen laat met praten of hebben een ander verloop van de taalontwikkeling dan leeftijdsgenoten. Bijvoorbeeld wanneer een kind pas rond zijn derde begint met praten in korte zinnetjes. Of wanneer een kind begrijpt wat er gezegd wordt, maar moeite heeft te zeggen wat hij of zij wil vertellen.

    Revalidatiebehandeling bij spraak- en taalproblemen gebeurt wanneer het onderdeel is van een groter probleem of veroorzaakt wordt door een specifieke aandoening die te maken heeft met meerdere ontwikkelingsgebieden. Basalt biedt geen enkelvoudige spraak-taalbehandeling. De behandeling van uw kind kan bestaan uit individuele behandeling (1 op 1), groepsbehandeling of een COCP-traject (Communicatieve Ontwikkeling van niet-sprekende kinderen of volwassenen en hun Communicatiepartners).

  • Wanneer een kind helemaal niet of voor een deel eten weigert of voedsel niet kan verwerken, spreken we over eet- en drinkproblemen. Vaak is de oorzaak hiervan lichamelijk, bijvoorbeeld problemen met het bewegen van de mond of andere lichaamsdelen. Maar ook het verwerken van prikkels, sociaal-emotionele problemen of negatieve ervaringen met eten kunnen de oorzaak zijn. Als een eetprobleem langer bestaat, kunnen er veranderingen in het eetpatroon en het gedrag van uw kind ontstaan. Vaak is het wel mogelijk verandering in de eetsituatie te brengen.

    Basalt heeft een gespecialiseerd team voor onderzoek, advies en behandeling van eet- en drinkproblemen bij kinderen en jongeren. Tijdens de behandeling helpen we ouders, kind en eventuele andere betrokkenen bij het verbeteren van de eet- en drinksituatie. Uw kind leert daardoor omgaan met verschillende soorten voedsel. De behandeling wordt in de meeste gevallen individueel (1 op 1) gedaan, maar er zijn ook mogelijkheden voor groepsbehandelingen. U leest er meer over in de informatiefolder Eetteam

  • Een kind heeft een ontwikkelingsachterstand wanneer het de belangrijke ontwikkelingen (zoals grijpen, omrollen, zitten, lopen, praten en spelen) niet haalt op de leeftijd waarop dit meestal gebeurt. Deze ontwikkelingsachterstand kan door verschillende oorzaken optreden en op verschillende gebieden voorkomen. Bijvoorbeeld op het gebied van leren, bewegen of spraak en taal. Wanneer een kind zonder duidelijke reden een achterstand heeft op meerdere ontwikkelingsgebieden, spreken we over een algemene ontwikkelingsachterstand. Ook wanneer de oorzaak nog niet duidelijk is kan de revalidatiebehandeling al starten.

    Bij jonge kinderen staat de ontwikkeling van de basisvaardigheden (zoals kruipen, zitten, staan en praten) centraal. Daarna ontwikkelt uw kind op school vaardigheden zoals schrijven, rekenen, omgaan met leeftijdsgenoten, bewegen communicatie, zelfstandigheid en verzorging.

    Welke hulpvraag uw kind heeft, bepaalt of hij/zij individuele therapie van bijvoorbeeld een fysiotherapeut, logopedist of maatschappelijk werker krijgt. Misschien heeft uw kind vaker begeleiding nodig dan één of een paar keer per week. Bij Basalt kunnen zij terecht voor verschillende groepsbehandelingen. Bij beide vormen van behandeling werken we samen aan het stimuleren van de ontwikkeling, of het oplossen of verminderen van wat uw zoon of dochter als probleem ervaart.